Op de fiets naar Santiago de Compostela en weer terug

2e deel

Nog zo´n 170 km naar Santiago en daar het eerste stuk voornamelijk omlaag gaat is het doel voor vandaag Portomarin, daar is ook een camping en het wordt tijd de tent weer eens op te zetten. Onderweg haal ik zoveel mogelijk stempels voor het credencial en breng ik een bezoekje aan het klooster van Samos met zijn mooie binnentuinen. In de middag loopt de temperatuur toch nog snel op en zo wordt het toch nog een dagje met veel zweet. Bij Portomarin blijkt de camping iets buiten het stadje te liggen en wel een steil stuk omhoog, nog steiler omlaag en weer steil omhoog. De campingeigenaar ontvangt me echter in kokskostuum en vraagt of ik er ook wil eten. Dat wil ik natuurlijk wel doch dan herinner ik me dat ik vergeten ben te pinnen. Even later wandel ik de hellingen weer terug naar het stadje en pak gelijk nog een terrasje mee met wat tapas. Om 8 uur ben ik weer terug en het restaurant blijkt een enigzins beperkt menu te hebben, namelijk eten wat de pot schaft. Die schaft gelukkig wel goed en vooral veel. Het bord spaghetti krijg ik niet leeg en even later wordt deze gevolgd door een enorme schotel met patatten en ik schateen kleinpondje gestoofd rundvlees. Het smaakt heerlijk maar uiteraard kom ik hier ook niet verder dan de helft. Een stuk Santiagotaart en een koffie later kan ik amper nog uit mijn stoel komen. One more tiny After Eight perhaps??? Even later verschijnt er zowaar nog een fietsbelg op de camping (ik was er vooralsnog de enige fietskampeerder) en we maken een praatje over de rit en over de elektromotor in zijn voorwiel.

De volgende ochtend begint de etappe met een fijne klim van 12 km straight. Dat is lekker binnenkomen en de eerste kilometer voel ik al snel in de dijbenen. Op een steil stukje zie ik later een puntje in mijn spiegel die heel snel groter wordt. Het is de Belg en met die motor racet ie echt tegen de helling op. Terwijl ik er puffend 7 km/u uitpers komt ie op zijn gemakkie met 12, 13 km voorbij gepeddeld. GRRRRRRRRR!!!!!!!!! Ik ben echter toch blij dat ik het nog op eigen kracht kan, dan maar wat langzamer. Toch is het wel een mooie uitvinding. De rest van de etappe gaat continu omhoog en omlaag en bij iedere afdaling probeer ik zoveel mogelijk snelheid te maken voor de volgende klim. Het doel is een camping, zo´n 3 km voor Arzua. Als ik echter opeens onverwacht Arzua zelf binnenrij blijk ik iets te ver te hebben gereden. De camping blijkt in zo´n dalletje gelegen te zijn waar ik met 50 km/u doorheen ben geraast. Dan maar een pensionnetje in Arzua en ik heb een eenvoudige doch zeer katholieke kamer (zo ruikt het er althans met degeboende houten vloeren de spreitjes op het bed en het Ave Maria beeldje aan de muur). Geen TV dus de wedstrijd Nederland-Frankrijk kijk ik weer in het restaurant (voor de goede orde - pas in het restaurant kom ik erachter dat Nederland speelt, het EK zit nog niet echt in mijn systeem). Na de eerste helft vind ik het wel best zo en ga slapen. ik zie morgen wel wat het geworden is.

De volgende ochtend haal ik een ontbijtje bij de bar op de hoek en zie tot mijn verbazing in een Spaanse krant dat het nog 4-1 is geworden. Toch wat gemist de 2e helft...... Het is de laatste etappe naar Santiago en is toch wel een emotionele ervaring. Regelmatig heb ik natte ogen en niet van de tegenwind. Dat duurt tot ik Gerard ontmoet als ik in een dorpje even uitrust. ¨Wat een teringheuvels, ik heb het helemaal gehad met die klimmetjes¨ is het eerste wat ie zegt voorhij al zwetend een sigaret opsteekt. Die heeft de Esprit de Chemin ook niet gevonden onderweg denk ik. Als ik even later verder rijd stapt hij ook gelijk op en gaat achter mij aan fietsen. En als ik nu ergens geen behoefte aan heb is het deze hinderlijke horzel in mijn wiel te hebben als ik straks Santiago binnen rijdt. Gelukkig gaat het al snel weer wat steiler omhoog en na enig gerochel en gehoest zie ik dat ie afstapt om de fiets verder omhoog te duwen. Iets sneller dan ik eigenlijk wil trap ik door om hem definitief los te rijden doch ik besef dat dat nog lastig wordt aangezien iets verder, op de grens van de stad,nog een klooster is wat ik wil bezoeken. Inderdaad ontmoet ik hem daar weer doch pas nadat ik mijn stempel heb en hij de zijne nog moet halen. Snel de stad in!!!! Santiago, ik ben er.

De eerste hotelsin het centrumdie ik probeer zitten al vol maar op de Praza de Galicia vind ik toch nog snel een kamer. Na een snelle douche met de credencial op zak richting het Pelgrimsbureau. Hetis er nogal druk en ik besluit later terug te komen. Eerst maar eens de kathedraal bezoeken en wat drinken op een terrasje. Als ik later terug kom is er vrijwel niemand meer en heb ik snel het compostelaat op zak. Zo, mijnplek in de hemel is gereserveerd, whehehe. Pasbij de koffie na het eten zie ik de eerstebekenden. Het zijn Peter en Marion, de fietsduitsers die ik op de Cruz de Ferro heb gesproken(en later nog in Ponferrada). We drinken nog samen wat en dan is het bedtijd.

Opzondagmorgen bezoek ik om 12 uur de pelgrimsmis in de kathedraal. Al snel zie ik Jacques en ......die ik sinds Chartresal regelmatig heb ontmoeten mee heb gegeten. Zij hebben al wel een zitplaats en ik niet want de kerk puilt werkelijk uit - het is megadruk. Ook Ben en ...... duiken op(ook al voor het eerst in Chartres gezien) enna de mis(zonder slingerend wierrookvat) duiken we de kroeg in voorkoffie, verhalen, wijn en het is al zo laat, toch maar wat eten met nogmeer wijn. Om 4 uur nemen we weer afscheid en als ik langs het Pelgrimsbureau loop zie ik daar eenbekende tandemstaan. Ook Joris en Anne zijn net gearriveerd en die heb ik voor het laatst gezien op een terrasje in Cadillac (voor het eerst, hoe kan het ook anders, in Chartres) alwaar zij trakteerden op koffie en ik nog riep dat het volgende rondje voor mij zou zijn. Wat geweldig dat ik deze belofte nu alsnog kan inlossen.

In de kathedraal wil ik nog een kaarsje branden voor oma en eenieder die mij in de voorbereiding en onderweg hebben gesteund maar de verschillende altaren hebben allemaal verschillende prijzen voor de (elektrische) kaarsjes; 10 ct, 20 ct, 50 ct - zou de enige heiliger zijn dan de andere? Voor de zekerheid neem ik maar die van 50 ct en ik hoor laterdat dat ook het oudste altaar van de kerk is. Zal welgoed zijn denk ik maar.

Ook vandaag, maandag is nog een rustdag in Santiago en ik besluit nog een keer naar de pelgrimsmis te gaan; kijken of er nog meer bekenden zijn gearriveerd. Deze keer is het iets rustiger, ik heb een goede zitplaats en het wierrookvat hangt er ook deze keer. Na de mis kom ik de elektrofietsbelg nog tegen die met fiets en al op de bus naar Frankrijk springt om nog wat langs de kust te rijden. Ik duik het internetcafe in om dit verhaal te dichten en dat is nu klaar en morgen spring ik weer op de fiets voor de terugreis. Ben benieuwd hoe dat gaat uitpakken na de warme douche die de Camino is. Adios!!!

Halverwege en nu weer terug......

Na de vorstelijke verwennerij in het mooie Leon is het weer tijd om de volgende etappe op te pakken. Na de 2e massage op zondagochtend vertrek ik rond 12 uur voor de laatste nog enigzins vlakke etappe op de Mesetas (de hoogvlakte alhier). Het reisdoel voor vandaag is Astorga want vanaf dat stadje is er een mooie aanloop naar de klim en dat scheelt vaak aanzienlijk in de zwaarte van de klim. Halverwege rijd ik door het plaatsje Hospital de Orbigo waar een prachtige en vooral hele lange Middeleeuwse brug over de Orbigo ligt. Die dag vieren de Orbigonezen hun jaarlijkse festival en een compleet ridderkamp is opgericht op de oevers van de rivier. Helaas zitten de ridders net allemaal in de kroeg en kan ik geen getuige zijn van brekende lansen en in het stof bijtende Don Quichotes. Wel is de hele dorpsstraat volgepropt met ambachtelijke stalletjes en de reizende kooplui zijn ook allemaal uitgedost in historische kledij (aangezien ieder stadje hier wel zo´n feest heeft kan dat goed uit). Na Hospital zie ik aan den einder reeds de bergen van morgen en in Astorga boek ik wederom een mooie kamer aanhet centrale plein van de stad. Ik moet wel oppassen dat ik geen luxepelgrim word maar het uitzicht maakt wel veel goed :-)

Op maandag dan eindelijk de beroemde klim naar Cruz de Ferro - een simpel ijzeren kruis op een boomstam bovenop een bergpas van 1500 meter. De eerste kilometers zijn goed te doen en eigenlijk ben ik al vrij snel in het dorpje Rabanal. Bij een leuke albergue met een feervol binnenplaatsjestop ik voor de lunch en kijk ik de samepakkende wolken eens goed aan. Als dat maar goed gaat zo meteen want na Rabanal wordt de klim serieuzer. Ik groet het Duitse stel dat ik een dag eerder al eens had gezien in een ander barretje langs de route en ga weer op pad. Het is behoorlijk kouder geworden en als ik in Foncebadon - vlak voor de top - nog even halt hou merk ik dat dat niet zo´n goed idee is met de frisse wind die er waait. Snel weer verder en dan komt het gemeenste stukje van de klim. Het steile stuk is net te lang om in 1 keer te doen en halverwege moet ik even stoppen om de hartslag weer in het gareel te krijgen. Maar dan ben ik ook boven en peddel ik rustig naar het kruis. Er zit al een groepje Amerikanen en die maken wat fotos met mijn camera. Even later ben ik ook Cruz fotograaf voor weer anderen waaronder het Duitse stel. Het is hier wel behoorlijk koud dus vrij vlot vervolg ik weer de tocht want na deze top volgt er een korte afdaling die door een nog steiler klimmetje gevolgd wordt. Wederom een aanslag op de benen maar gelukkig is deze iets korter. Op de tweede top sta ik in de bechutting van wat bomen en bel ik mijn moeder die vandaag jarig is.

De afdaling die volgt is pas echt steil met scherpe bochten over een matig wegdek en ik moet continu vol in de remmen om de snelheid onder de 20 km/u te houden. Af en toe controleer ik of de velgen niet te heet worden want ik heb geen zin in een klapband hier. Als ik in Ponferrada zit ik te gapen op de fiets en lijkt het me opeens geen goed idee meer om door te fietsen naar Villafranca - het oorspronkelijke plan. Vanuit Villafranca begint de nog pitteger klim naar de Cebreiro en als ik daar al gaar aankom herstel ik nooit meer op tijd om de dag erop nog een flinke klim te maken. Ook wil ik graag een bezoek brengen aan de tempeliersburcht in Ponferrada en zoals altijd is ie natuurlijk gesloten op maandag. Ik vind een goedkoop hostalletje en aangezien de burcht pas om 11 uur open gaat op dinsdag kan ik lekker uitslapen. In een restaurantje kijk ik naar Nederland-Italie en de aldaar aanwezige Italiaan krijgt van ellende geen hap meer binnen van zijn maaltijd.

Het bezoek aan de burcht is zeker de moeite waard en als ikop boven op de hoogste toren sta voel ik me er echt een tempelierspelgrim. Dan volgt een werkelijk slopende rit (NOT) van 25 km naar Villafrance want ik ben nog steeds van plan om dat als startpunt te gebruiken voor de klim naar de Cebreiro. Ik strijk er neer op een terrasje en even later komt een fraaie blondine een tafeltje verder zitten. Als ik zie dat ze een ANWB wandelgidsje tevoorschijn tovert is het contact snel gelegd en ze schuift aan om de rest van mijn schoteltje calamaris te verorberen. Ze heet Liese, komt uit Belgie en wandelt de Camino vanuit Burgos in gezelschap van Gijs die echter die dagmaar eens een dorpje verder is gelopen..... Ze vertelt hoe er eerder 200 euro van haar is gestolen in een albergue; die Middeleeuwse traditie bestaat dus nog steeds. Om dit enigzins goed te maken nodig ik haar uit voor een pelgrimsmenu voor de volgende dag - wel bovenop de Cebreiro natuurlijk en voor de lopers is dat al helemaal geen sinecure; bijna 30 km en het laatste stuk vrijwel recht omhoog.

Het is een prachtige ochtend en het is tijd voor wat heet de zwaarste klim van de Camino te zijn. Ik beginin een lekker sloom tempo en zo kabbel ik rustig omhoog. Onderweg kom ik zowaar de Schot met driewielligfiets tegen die ik 1 keer eerder had gesproken in Chartres. Hij lepelt een blikje bonen leegals lunch eneven verder is het voor mij ook tijd iets te eten. Ik stop bij eenbronnetje waarbij een bordje hangtmet ´agua non controlada´ en ik giet mijn waterfles leeg om vers, koud water te tappen. Eeuhhhhh, wakker worden - er staat NON controlada.....Gelukkig heb ik nog een fles Aquarius dus ik hoef nog niet direct te bezwijken van de dorst. De taktiek om het rustig aan te doen werkt goed en ook in de steile stukken kom ik niet in ademnood. Zelf het laatste stukje van 10% gaat redelijk gemakkelijk omdat ik er concurrentie heb van 2 Spanjaarden op mountainbikes (zonder bagage) die me net hebben ingehaald. Zebehalen een voorsprong van een paar honderd meter maar als er een piepklein afdalinkje volgt zit ik er gelijk weer vlak achter. De ene schrikt daar blijkelijk nogal van en probeert zuchtend de voorsprong weer uit te breiden. Dat lukt maar als ik zie dat de pas nadert en ze er fotos gaan maken vind ik dat ze dan ook wel even een foto van mij kunnen maken. Ik schakel een paar versnellingen zwaarder en race hen het laatste stukje met verdubbelde snelheid achteraan. In het dorpje op de pas vind ik de (laatste vrije?) hostalkamer in een ouder boerderij (het hele dorp isMiddeleeuws en staat op de monumentenlijst). Even later zit ik op een bankje vanwaar ik zowel links als rechts de vallei kan bekijken - een werkelijk prachtig en bijzonder uitzicht. Zo mijmer ik een uurtje over van alles en of Liese de pas wel zal halen. Als ik echter even later richting het kerkje loop zie ik haar net het dorp binnenkomen, het cliche ´moe maar voldaan´ is wel van toepassing voor haar en ze is bijzonder trots op haar prestatie. Het vooruitzicht van het pelgrimsmenublijkt echter wel motiverend gewerkt te hebben en ook ik ben heel blij dat ze het gepresteerd heeft en dat ik zowaar een dinnerdate heb op de Cebreiro. Dat maakt het verblijf op de pas toch wel bijzonder.

De eerste week in Spanje

Zo, eindelijk weer een rustdagje na de vorige in St Jean, dus ook mooi de tijd voor een update.

De dag van de Pyreneenklim is aangebroken met een hoop wolken en af en toe een zonnetje. Dat ziet er prima uit voor een inspannend avontuur en heel rustigjes aan verlaat ik St Jean. De eerste kilometers zijn niet al te moeilijk en zo kunnen de spieren rustig warm worden voor het echte werk begint. Na het eerste dorpje begint het echt en de eerste zweetdruppels staan al op mijn hoofd. Snel vind ik echter de goede cadans en zo puf ik in een regelmatig ritme omhoog. Inmiddels ben ik de Spaanse grens gepasseerd maar daar merk je op zich eigenlijk weinig van. Bij het volgende dorpje (lees cafeetje) word ik al welkom geheten door het ligfietstandemduo (Rita en Henk heb ik inmiddels uitgevonden) die daar de koffie inmiddels al op hebben en op het punt staan verder te gaan. Ik stop ook maar even voor een kop koffie en praat wat met een stel Duitsers die me juist tevoren hadden ingehaald (veel minder bagage uiteraard). Hup weer op de fiets en verder.Onderweg kom ik H&R nog 2 keer tegen endie 2e keer vertrek ik maar iets eerder. Hoe hoger hoe kouder en op die manier is de fles met 2 kilo tropicalvruchtenlimonadeijsdie ik eerderbij de engelsman had ingevroren niet echt nuttig. Ik besluit de laatste kilometers naar de top maar niet meerte stoppen. Even laterruik ik de top en zingend en fluitend fiets ik het laatste stukje want al met al ging het toch wel heel soepeltjes. Als ikechter de laatste bocht voor de top neem blaast een ijskoude wind merecht in het gelaat en bezwete fietsshirt. Crisis, dat is pas echt koud en ik rijdde laatste paar100 meter naar de pas als een dolle. Snel ruk ik de windstopper fleece te voorschijn enik vlucht in de luwte achter het kapelletje om daar even rustig op te drogen. 20 Minuten later verschijnen ook H&R, we maken wat fotos en gezamenlijk dalen we naar Roncevalles voor een kop koffie. De albergue waar we willen kamperen is echter nog niet open en de rij wachtende pelgrims is enorm. Die rij staat straks ook voor de douche dus we besluiten maar verder te dalen naar een echte camping 4 km verderop. Die ziet er prima uit en ook de zon is nu echt doorgebroken en dan is het eindelijk genieten van de ijskoude limonade. Bij de camping is ook een restaurantje en onder het genot van zo´n 75 lawaai makende Spaanse peuters (die op kamp zijn ofzo en er ook eten) genieten we erheteerste Spaanse pelgrimsmenu.

Ook de volgende dag brengt goed weer en de bestemming voor vandaag is Punta la Reina, volgends de kaart grotendeels afdalen en dat is ook zo :-) De tocht gaat voor een deel door een rivierdal en die is werkelijk prachtig, vooral waar het riviertje door de rotsen is gebroken en er een kleine maar fraaie canyon is ontstaan. Geen gekke dingen verder en na een paar uurtjes fiets/wandel ik door Punta op weg naar de camping vlak na het dorpje. Het boekje zegt 'volg het kiezelpad omhoog' maar beneden tref ik een wat oudere Nederlander die me (in paniek?) bezweert dat het onmogelijk is om er omhoog te komen. Hij had het al geprobeerd en nee, het kon echt niet. Een Duits meisje dat komt aangewandeld zegt dat het toch echt omhoog is en zehelpt hem met het duwen van de fiets. Ik duw zelf wel en alhoewel zeker pittig (eigenlijk het zwaarste van de dag) is het toch wel te doen. Mooie doch schaduwloze camping en wederom een verzamelplaats voor de fietskamperende Nederlanders op de route. Zelfs H&R weten hun ligfietstandem (en bagagekar) omhoog te fietsen en zo is het wederom gezellig bij de maaltijd.

Zaterdagochtend is het grauw en grijs aan den hemel. De route begint met een gemene klim (zo op de nog koude spieren) en na enige tijd kom ik er achter dat de GPS route me een verkeerde weg heeft ingestuurd - althans, het was ooit de goede weg maar na de aanleg van een nieuwe is de situatie nogal veranderd. Mijn weggetje loopt dood op een modderpad en als ik ietsje terugga en een zijweggetje probeer rijd ik opeens op de oprit van de snelweg. Ook niet echt tof dus toch maar weer helemaal naar beneden en opnieuw. Uiteraard is inmiddels ook het regenen begonnen en zowel van binnen als van buiten nat duik ik in Villafuerta een cafeetje binnen om wat te eten en op te drogen. Het broodje met tortilla smaakt prima maar het opdrogen lukt niet echt. Ik breng een bezoekje aan het Monasterio de Inache, een van de oudste kloosters in Spanje maar een blind paard kan er geen schade doen. Wel scoor ik er weer een stempel voor de Credencial. Als ik vertrek is het droog maar dat duurt niet lang.... Wederom komt het met bakken uit de hemel en de wijngaarden zijn veranderd in afwateringskanalen. De beekjes zijn inmiddels veranderd in modderstromen. In Los Arcos houd ik het vervroegd voor gezien en zoek een hostal. Voor 23 euris heb ik er een kamer - dat is nog eens fietsvriendelijk. Ook H&R zien het niet meer zitten voor vandaag en boeken er ook een kamer. Zo kunnen we lekker tegen elkaar klagen over het weer. Op het Spaanse journaal wordt melding gemaakt van de ergste overstromingen sinds 25 jaar dus het is officieel K.U.T. weer!

Vanaf Logrono maakt de beschreven route allerlei omwegen om de drukke N120 te vermijden. Aangezien het zondag is, dus rustig,en wederom karelweer vind ik het wel een goed idee om die omwegen te laten voor wat het is en de kortste route naar Santo Domingo te nemen via de N120. Voorbij Logrono is dat volgens de GPS eerst een paar 100 meter snelweg die dan overgaat in de N120. Dat durf ik nog wel aan dus over de vluchtstrook rijd ik lekker op. Helaas, de snelweg is inmiddels doorgetrokken en derhalve helemaal geen N120 maar borden met Max 120!!! Terug wil ik niet dus over een reepje afwateringsbeton maar verder gereden langs de snelweg. Al gauw zie ik borden voor de volgende afslag en daar hoop ik de weg weer te kunnen verlaten. Eerst komt er echter nog een afwateringskanaal van de zijkant waar een hek omheen is geplaatst die nog maar een klein doorgangetje biedt langs de vangrail. Alle bagage van de fiets, fiets erlangs, bagage erlangs en weer op de fiets en drie kilo modder aan en in mijn schoenen. 500 meter verder een identieke situatie, grrrrrrr, maar dan komt eindelijk de afslag en kan ik over de normale weg verder. Uiteindelijk kom ik wederom drijf en doorweekt in Najerra en ik besluit dat het weer mooi is geweest voor vandaag. Een hostalletje is gelukkig gauw gevonden want dit is geen kampeerweer.

Inmiddels is het maandag, weer druk op de wegen verder langs de N120 is dus geen optie. Dan maar de beschreven route en die leidt naar de beroemde kloosters van Suso en Yuso. Het is bewolkt maar droog en de weg stijgt maar matig. Dit is heerlijk fietsen en als ik in de buurt kom van de kloosters breekt zelfs de zon even door. Vast een teken van boven. Ik realiseer me wel dat de kloosters op maandag vast gesloten zijn maar soi, we zijn er nu toch. Inderdaad zijn ze dicht maar ik weet er nog wel een stempeltje bij te krijgen. Dan is het nog eventjes klimmen voor de lange afdaling naar Santo Domingo. Vlak voor de top begint het te regenen en ik denk van ik fiets wel even gauw dit buitje uit. Op de top schiet ik alleen even snel de jas aan. De volgende 9 km gaat in een ruk downhill en het gaat alleen maar harder plenzen. Fokking koud is dat zeg en ik tier het uit over deze schandalige verzieking van wat een prachtige afdaling had kunnen zijn. Ik duik er een barretje in en als het even later toch droog wordt ga ik maar weer verder. Ik ben het dorp nog niet uit of het begint alweer. Onder een viaduct hijs ik me alsnog in de volle regenuitrusting en zo is het wel te doen. Even later zie ik verderop een heel stuk strakblauw lucht maar omdat er vrijwel geen wind staat duurt het nog frusterend lang voor ik eindelijk weer een zonnetje voel. Maar dan is het ook direct prachtig weer en zo fiets ik weer vrolijk verder naar Belorado, de bestemming voor vandaag. Even denk ik er aan nog maar een stukje verder te fietsen maar omdat de dag erop Burgos het doel is dat ook niet ver is zoek ik toch maar weer een hotelletje. Als ik de blinden van mijn kamer opentrek volgt er opeens een meganoodweer met onweer en hagel en ik prijs mezelf voor mijn wijze besluit. In een restaurantje kom ik Jan uit Utrecht tegen en we eten samen een pelgrimsmenu.

Als ik na de eerste klim van dinsdag eventjes een banaan eet en mijn jas aantrek voor de afdaling komt Jan er aangefietst. Hij is een echte klimgeit en vliegt iets makkelijker dan ik over de heuveltjes. Als de volgende klim begint is ie er ook gauw weer vandoor. Zal me roesten, ik rijdt lekker mijn eigen tempo. Na een poosje gaat het vals plat omlaag maar met de wind enigzins tegen. Dit is waar de ligfiets voor gemaakt is en easy does it rijd ik 30plus in het zonnetje. In mijn spiegeltje ontwaar ik een stipje dat maar niet dichterbij wil komen. Als ik na een tijdje de benen stil hou blijkt het stipje Jan te zijn die in het vorige dorpje even gestopt was. Samen rijden we het stukje langs de N120, hij heeft moeite het wiel te houden dus ik hou me in. Dan volgt echter een aangekondigd klimmetje van 8-14% en ben ik weer kansloos (al blij dat ik er uberhaupt fietsend omhoog kom). Jan zoekt een hotel in Burgos en ik ga naar de camping die een paar km van het centrum ligt. Snel zet ik mijn tentje op en pak ik de stadsbus naar het centrum voor een bezoek aan de katedraal en de rest. Zwaar indrukwekkend gebouw en de boulevard langs de rivier bruist van het Spaanse avondleven. Leuke stad. Langs de rivier wandel ik tezamen met rest van de bevolking van Burgos terug naar de camping alwaar ik in het restaurantje een maaltijd neem.

Woensdag is een prachtige dag en ik fiets op mijn dooie gemakkie door de heuveltjes. Onderweg kom ik weer regelmatig de overige Nederlanders tegen die al eerder in Punta la Reina stonden en iets eerder dan gepland besluiten we met zijn allen dat Castrojeriz wel een mooi eindpunt is voor die dag. Verder valt er niet veel te zeggen over deze etappe.

Ondanks de voorspoedige weersvoorspelling begint donderdag met een grijze lucht en niet lang na vertrek begint het te regenen. Geen noodweer maar wel een konstante iets-meer-dan-miezer-bui. De wegen zijn redelijk vlak dus blik op oneindig en maar kilometers maken is het devies. In Carrion de los Condes duik ik het cafe in om op`te drogen tesamen met veel wandelpelgrims. Even later stopt de bus naar Leon voor de deur en ik zie een grote groep de rugzakken inladen en zo verdwijnt het halve cafe in de bus. Dat is pas echt slecht! Na een uurtje wordt het toch nog droog en dan is het toch weer lekker peddelen die middag. In Sahagun een hostalletje genomen en zo blijven er nog maar weinig kilometers over voor de etappe van morgen naar Leon.

Ik besluit lekker uit te slapen om de kans te minimaliseren om weer dezelfde Nederlanders tegen te komen onderweg want ook daar krijg je eens genoeg van... Om 11 uur klim ik op de fiets en langs vrijwel vlakke wegen fiets ik van cafe naar cafe. In Leon wil ik een hostal in het centrum nemen maar de eerste die ik bezoek zijn bevinden zich achter donkere portiekjes en dat lijkt me echt helemaal niets. Ik speel al met de gedachte een rustdag te nemen en liever op een zaterdag in Leon dan op een zondag in een boerengat waar niets te doen is, maar dan moet ik wel iets fatsoenlijks hebben. De volgende 2 hostallen zijn al vol dus ik besluit mijn geluk maar te wagen bij een 3 sterrenhut aan de autovrije hoofdstraat. De prijs van de kamer valt echter 100% mee dus ik ben weer helemaal tevreden. Een groepje Belgen op het terras voor het hotel nodigen me uit voor een pintje dus dit is helemaal goed. Snel boek ik er nog een nachtje bij want zo wil ik wel een rustdag. Het hotel heeft ook nog een zwembad/jacuzzi/sauna enzovoort en zelfs massages. Dat is wat een pelgrim nodig heeft en ikboek gauw een uurtje total relaxmassage voor de zaterdagochtend.

Dat was dus vanochtend. Een Spaanse schone (8,5 op de schaal van leuke masseuses) met sterke handen weet wel raad met mijn benen die er al meer dan 2000 km op hebben zitten. Dit smaakt naar meer en snel boek ik voor morgenochtend vertrek nog een uur :-). Zojuist lekker gelunched en nu is de internet tijd alweer bijna op voor vandaag. Vanuit een zonnig Leon: Hasta Luego!

Daar zijn we weer

Zo zie je maar weer - zodra je verder dan 2 dagen gaat plannen loopt het in het honderd.....

Na de verkwikkende rustdag in Saint Severin koerste ik de volgende dag af op Saint Emilion, bekend van de grote Bordeaux wijnen. Uiteraard onderweg ook nog een kerk bezocht voor de verzameling van stempels op de Credential (pelgrimspaspoort). Deze keer een in de rotswand uitgehakte - dat is toch wel bijzonder, temeer daar het niet zo'n kleintje was ook..... Zoals gewoonlijk was ie ook gesloten toen ik er aankwam doch deze keer had ik geluk en kwam de beheerder na 5 minuten al aanzetten om de poort te openen.

Wat er die dag zoal nog meer gebeurde weet ik al niet meer, behalve dat het nog fraai weer was en een prachtige omgeving. Iets voor St Emilion zelf vind ik de camping en een mooi plaatsje waar de lokale beek mooi omheen kronkelt. Wel leuk dat geklater naast de tent. Na de culinaire verwenningen van afgelopen dagen is het nu weer tijd voor een simpele pasta. In een pan kook ik simultaan 6 eieren en de pasta en met het kookvocht warm ik een potje pastasaus au-bain marie. Je moet wat als het gas schaars wordt en nog geen nieuwe heb gevonden in de lokale supermarkten. Ik babbel nog wat met andere Santiagogangers maar verder is het weer vroeg bedtijd.

De volgende ochtend wordt ik wakker met een misselijk gevoel. Waar het aan ligt en of het nog erger gaat worden weet ik niet dus ik besluit maar te blijven liggen en de boel de boel te laten. Na een paar uur is het echter weer helemaal weg maar is het regenen begonnen. Op de camping computer lees ik dan maar de nederlandse internetkranten tot het weer opklaart. De camping biedt een gratis shuttleservice naar St Emilion zelf en dat komt wel mooi uit: heen met het busje en terug wandelen. Het dorp zelf is wel leuk maar volledig ingesteld op de wijntoeristen - alleen maar proeflokalen en de Grand Cru's worden er in alle variaties aangeboden; van 8,95 de fles tot 6800 (of misschien nog wel meer.....). Ik houd het bij een Grand Cafe en beklim later de lokale Donjon (een soort middeleeuwse wachttoren). Ik ben er de enige en heb een prachtig uitzicht over het dorp en de wijnvelden.

Zaterdagochtend breekt aan met de ene na de andere bui. Ik doe het rustig aan en kijk het allemaal eventjes aan. Echter, het idee om nog een dag te blijven is me te gortig en rond 11 uur spring ik alsnog op de fiets. In een miezerbui op weg naar Cadillac en verderop het beroemde/beruchte Les Landes. Tot aan Cadillac is het ook karelweer en ik fiets zo snel mogelijk door. Les Landes is vrijwel plat en daar heb ik wel even zin in na alle heuvels van de laatste weken. Ondanks het late vertrek breng ik het nog tot Moustey, zo'n 95 km verder van mijn vertrekpunt. Daar vind ik een simpele natuurcamping/gite waar de paarden, geiten en hanen gewoon los rond lopen. Ik ben er de enige kampeerder en ik heb er de beschikking over een hutje met douche, toilet en keukentje - van alle gemakken voorzien. Er staat zelfs een koffiezetapparaat met een volle pot verse filterkoffie. Dat is nog eens luxe! Na de maaltijd krijg ik het bijzonder slechte idee om mijn banden weer eens goed op spanning te brengen. Na de pompinspanning controleer ik de druk en zie tevreden hoe deze weer >4 bar is. Dan hoor ik gesis bij de achterband en die komt van het ventiel....... gescheurd dus )-: Dan maar de reserveband erin en ik sloop het achterwiel uit de fiets. Het is zaterdagavond 10 uur en ik kom erachter dat ik de reserveband van mijn andere fiets heb meegenomen.., godgloeiende gvd..... Tot 12 uur probeer ik nog de oude band te repareren maar de volgende ochtend blijkt tevergeefs.

Met een zielig verhaal haal ik de eigenaar van het terrein over om met de auto naar een grote supermarkt te gaan (die zijn open op zondagochtend) om te kijken of ze daar de goede banden hebben. Hij weet zich te herinneren dat ie in Pissos (6 km verder) bij de bar/tabac wel eens binnenbanden heeft gezien en even later blijkt dat ook zo te zijn. 26' en de juiste breedte. Ook vind ik er eindelijk de juiste maat gasblikjes. Ik helemaal blij en voor deze rit geef ik hem 20 euro. Veels te veel roept ie nog maar ik antwoord dat ik gewoon blij ben en het zo wel prima is. Echter, terug bij het hutje is de blijdschap snel over - een verkeerd ventiel dat niet door de velg past maakt de aanschaf waardeloos. Ik weer terug naar de eigenaar en we rijden opnieuw naar Pissos. Daar zijn nog 78 binnenbanden maar geen met de juiste maat en het juiste ventiel, snik. Ik krijg mijn geld retour en we gaan op weg naar Labourheye, zo'n 20 km verderop (Les Landes is echt dunbevolkt). Daar vind ik uiteindelijk wel de juiste banden en nog 10 euro goedkoper ook. Dat tientje druk ik de chauffeur ook nog in de hand onder het motto dat het prijsverschil voor hem is. Ondanks zijn protesten neemt hij het geld wel aan en ik heb het gevoel dat ie ondanks de verstoorde zondagrust toch wel blij is met de poen. Mooi zo want ik ben ook wel heel blij dat het al met al toch gelukt is om de fiets weer rijdend te krijgen. Om 1 uur rijd ik eindelijk weg. De geplande rit naar Dax zit er niet meer in dus ik zie wel waar ik eindig. Nu zijn alle winkeltjes natuurlijk wel dicht dus ik moet het maar doen met het stokbrood wat ik samen met de banden toch nog snel even heb ingekocht. Dan maar een hotelletje en restaurantje vanavond. Na zo'n 60 km over vrijwel vlakke maar ellenlange rechte wegen kom ik rond 5 uur aan in Lesperon. Het eerste hotel blijkt gesloten te zijn maar ik wordt doorverwezen naar een plaatsje verderop (iets van de route). Hmmm, natuurlijk ook dicht en volgens het boekje is er verder niets in de buurt. Wel zie ik nog een adresje van een gite dat niet al te ver is. Dan daar maar eens kijken en na een oprijlaan van 1700 meter kom ik aan op een werkelijk schitterende (doch afgelegen) gelegen boerderij met er omheen wat schuurtjes en gebouwen. Een oud vrouwtje, madame Seguin. komt aangewandeld en ja hoor - ik kan de gite wel bebruiken die nacht. Snel maakt ze het bed voor me op en brengt me even later ook nog een pan macaronisoep en een stokbrood. Zelfs doet ze ook nog even een wasje voor me, fantastisch gewoon. Ze houdt een logboek bij van alle pelgrims die er komen en in plaats van een stempel schrijft ze zelf een entree in mijn Credential. Dus daarom waren die hotels gesloten, anders was ik hier natuurlijk nooit gekomen. Als ik op bed ga liggen om nog wat te lezen word ik overvallen door een tsunami van slaap en ik word niet wakker tot de volgende ochtend half negen.

Met het ontbijt en de koffie in de maag vertrek ik richting Dax, het einde van Les Landes en het begin van de aanloop naar de Pyreneen. In de inmiddels bekende (iets meer dan) miezerbui rijd ik de laatste kilometers van het vlakke Les Landes maar zo snel mogelijk. Onderweg nog een lunch in een soort houthakkkers cafe. De karaf simpele landwijn kost er evenveel als een Grand Cru in St Emilion alleen krijg je er nog wel een 5 gangen dejeuner bij. Eenvoudige kost maar wel voedzaam genoeg om bossen mee te kappen dus een stukje fietsen kan er ook wel mee. Later in Dax kan ik eindelijk in de supermarkt alle voorraden weer eens goed aanvullen en zoi begin ik aan de eerste klim sinds enige dagen. Die gaat bijna als vanzelf en ik heb het gevoel dat ik wel klaar ben voor de Pyreneen. In Abbaye Le Sorde is de lokale camping nog gesloten maar ik word door een vriendelijke oude baas verwezen naar de pelgrimsgite van monsieur Benquet. Die zit zelf in het cafe maar komt even later aangewandeld om me de plek te wijzen. Er zijn nog 2 wandelaars (engels en frans) en het ligfietstandemstel die ik een week eerder heb ontmoet zijn er ook (zij namen de kustroute). De gite is een soort jeugdherberg- achtig iets met een slaapzaal (voor 9 personen) en een grote keuken. Iedereen prutst zijn maaltijd tesamen, we delen de wijn en om 10 uur gaat iedereen ook slapen.

De volgende ochtend zijn de wandelaars al voor dag en dauw vertrokken (bijna niets van gemerkt overigens) en wij ontbijten nog eens rustig. Mr Benquet weet te melden dat het een droge dag zal worden....Op weg naar St Jean Pied de Port dus. Na een uurtje begint het te regenen en die houdt de rest van de dag ook niet meer op zal blijken. Ik hoop de bui nog uit te zitten in een restaurantje in St Jean de Palais maar als ik daar weer verder ga, gaat ook de bui weer verder. Doorweekt kom ik uiteindelijk in St Jean Pied de Port aan. Nog voor de beroemde pelgrimspoort zie ik een bordje met Chambre d'Hote en ik besluit daar maar aan te bellen - het is echt geen weer voor een camping. De engelsman die open doet heeft gelukkig een kamer beschikbaar voor 2 nachten en ik breng snel mijn bepakking naar binnen. In de badkamer van mijn kamer vind ik zowaar een enorme jacuzzi en 15 minuten later lig ik wederom doorweekt in de bubbels. Hoe is het mogelijk denk ik maar weer..... ' s Avonds verken ik in de regen het dorpje en de hooggelegen citadel (nog meer steile trappetjes). Op weg naar het restaurant dat ik eerder had uitgezocht kom ik Jose tegen die ik eerder in St Emilion al eens had gesproken. Samen eten we wat; zij gaat de volgende dag direct verder de pas op terwijl ik nog een dagje langer blijf.

En vandaag dus de rustdag. Het weer is wederom mooi en bij het postkantoor haal ik het Poste Restante pakje op met de routeboekjes voor het vervolg en nieuw leesvoer. Retour gaan de oude boekjes en mijn fietsslot van 2 kg die ik vrijwel nooit gebruik. Ik wandel nog even langs de camping en maak nog een praatje met het ligfietstandemstel. Verder slapen, lezen, dit verhaal typen en nu ik hiermee klaar ben, zo maar eens op zoek naar een goede pasta voor de klim van morgen!

De volgende etappes

Na een druilerige rustdag op de camping bij Tours was het de dag erop niet veel beter. Gestaag kwamen de wolken vanuit het westen opzetten en die voorspelden niet veel goeds. Gelukkig kon ik alles wel droog inpakken maar een uurtje na vertrek - ik stond net even te beppen met een stel die ik al in Chartres had ontmoet en die daar in de berm iets zaten te eten - of de eerste bui brak door en zo kon ik voor het eerst sinds het vertrek de regenkleding aan. Gelukkig maar voor5 minuten en voor het begin van de volgende klim scheen het zonnetje al weer. Even later zag ik een paarhonderd meter links van me de buien neer komen en idem dito een paar honderd meter rechts. Boven me een strak blauw strook die precies de weg volgde :-)

Toen ik een eind verder de volgende depressie niet meer fietsend voor/opzij kon blijven vond ik gelukkig in een dorp een mooi hokje waar ik en de fiets precies in pasten. Even later barstte het los en hagel en onweer kletterde neer op het dorp. Ook dit was gelukkig snel weer overgedreven en op deze manier wist ik ook de volgende stortbui droog door te komen. Ik lette zo echter meer op de hemel dan op de toch wel heel mooie omgeving. Ik kwam terecht op een camping vlak bij Chatelleraut, zogenaamd 4 sterren (en de bijbehorende prijs) maar nu even niet. Wel ontmoette ik er een ander stel die met een ligfietstandem (de achterste fietst normaal en de voorste ligt) en bagagetrailer op pad waren. Een mooi gezicht - zo'n treintje. Aangezien er op de camping verder niets te eten te krijgen was wandelde ik maar naar het aanpalende centre commercial en zo beland ik in de Mac..... Weer eens wat anders zullen we maar zeggen. De milkshake was wel lekker.

De volgende dag begon weer zonnig. Wel met bewolking maar deze keer niet dreigend. Slechts45 km naar Poitiers stonden er op het schema dus een fluitje van een cent. Alleen was ik niet vooruit te branden - pap in de benen. Zo zie je maar weer dat het Macvoer echt 0,0 voedingswaarde heeft. In Poitiers direct een groot bord spagetti carbonara besteld om weer op krachten te komen. Even later vond ik in het centrum een eenvoudig hotel en daar deed ik snel een wasje. In de namiddag/avond nog een wandeling gemaakt langs een aantal van de vele kerken in dit stadje. Wel mooi als je 's avonds zo'n enorme kathedraal voor jezelf alleen hebt. Wat minder was was mijn keuze qua restaurant. Het zag er op zich leuk uit maar het eten was fantasieloos en leekzo uit eenmagnetron te komen. Snel naar binnenwerken en wegwezen dus.

Maandagis de wind weer gedraaid en komt weer uit het oosten. De wolken die de afgelopen dagen het land zijn ingewaaid komen allemaal weer terug maar nu in een dikke grijze soepvorm. Het is frisjes op de fiets. De ideale camping voor vandaag ligt op 80 km maar volgens het boekje is ie nog gesloten. De alternatieven zijn een camping op 60 km of op 100 km. Omdat er ook nogal wart heuveltjes tussen liggen besluit ik maar voor de 60 te gaan. Het zijn wel weer van die korte heuveltjes en omdat er maar weinig kilometers op het programma staan besluit ik er weer een training van te maken - in de aanloop snelheid maken en dan zo hard en zwaar mogelijk tegen de helling aan knallen. Met 25 km/u omhoog en bovenop weer uithijgen. Het schiet zo wel lekker op en zo ben ik al voor drieen in het plaatsje van bestemming. De camping is echter een lullig veldje voor campers zonder enige voorzieningen en de lokale historische abdij is alle dagen geopend behalve op maandag. Hier heb ik dus ook niets te zoeken. Op naar het volgende plaatsje met een dichte camping maar misschien wel een hotel of iets dergelijks. Dat gat is echter ook niets dus uiteindelijk toch maar de 103 km naar St Angeau volgemaakt. Daar is een kleine maar leuke camping die wordt gerund door een engels echtpaar. Aangezien de winkel in het dorpje niet meer open was val ik terug op mijn noodrantsoen. Spaghetti met een zakje kaassaus en een stuk saucisson (lekkere franse droge worst). Van de campingeigenaresse koop ik nog een 2-literfles water voor een euro en de blikjes 7-up (houdbaar tot febr. 2008) en orangina (juni 2008!!!) krijg ik er gratis bij.

En zo is het alweer dinsdag, is het weer warm en zonnig en fiets ik door prachtige heuveltjes verder naar het zuiden. Wat me al jaren niet is overkomen - na een korte drinkpauze wil ik weer wegrijden en denk wat rijdt ie vreemd en zwabberig......... Jawel, de eerste lekke band in zo'n 9000 km. Hup, alle bagage eraf, voorwiel eruit en bandje gelicht. Gelukkig ben ik het plakken nog niet verleerd en het minieme gaatje is snel gevonden. Met mijn mini-fietspompje krijg ik de druk toch nog makkelijk weer boven de 3 bar en zo fiets ik weer verder. Na 70 km bereik ik het dorpje St Severin. Bij de lokale tabac vraag ik naar het adres van de camping. 'Mais c'est ferme' klinkt het - dat stond er eventjes niet bij in het boekje. Wel staat in het boekje dat de camping in het volgende plaatsje ook gesloten is dus als ik een liefelijk dorpshotelletje ontwaar is de keuze snel gemaakt. Ik krijg een prima kamer en de lokale mr. Fawlty is ook de chef van het bijbehorende restaurant. Deze weet gelukkig wel wat koken is en het eten is weer ouderwets smullen. Na soupe, entree, plat, fromage, dessert, cafe een een half flesje sancerre duik ik tonnetje rond de mand weer in. Als ik de volgende ochtend wakker wordt zet ik alle argumenten op een rij om hier toch maar even een rustdagje in te plannen. 4 Fietsdagen van Tours en nog eens 4 fietsdagen naar St Jean Pied de Port waar ik sowieso ook een rustdag wil houden. Dan kom ik daar zondag aanstaande aan en heb ik Rotterdam-Pyreneen in exact 3 weken gefietst. Redenen genoeg dus om ook vanavond weer van zijn kookkunst te genieten. En ik mag de hotelcomputer even gebruiken voor deze update. En nu kan ik vanvond ook nog de champions league finale op tv zien - een ongeplande maar toch wel leuk extraatje.

1210 km op de GPS en in totaalal weer 5100 hoogtemeters.

De afgelopen week

Zo, eindelijk weer een internetcafeetje gevonden om het log bij te werken. Inmiddels ben ik in Tours aangekomen en de achterstand is dermate dat ik het maar niet meer dag per dag doe.....

Even in vogelvlucht: donderdagochtend uit Tournai vertrokken na eerst nog even een bezoekje te hebben gebracht aan de lokale kapper om me een coupe St Jacques aan te laten meten; lekker kort en dat is wel handig met dit warme weer. Die dag nog naar Cambrai geweest en uiteindelijk een camping gevonden in Honnecourt. Vrijdag ging de route richting het plaatsje Ourscamp. In het boek van Herman Vuisje staat een heel stuk over de lokale abdij aldaar en volgens de gids was er ook een kampeerplaats. Helaas pindakaas - toen ik er aankwam zaten alle poorten potdicht en volgens de lokalos was er ook niet echt te kamperen. Gelukkig was er nog een camping in de buurt dus toen die maar opgezocht. Na een poosje verscheen ook Els weer op deze camping alsmede een echtpaar die ik eerder die dag al had ingehaald.

De volgende dag wilde ik eerst een relatief kort ritje naar Clermont maken om daar verder een semi-rustdag te houden. Echter, in Clermont aangekomen - na al heel wat heuveltjes - dacht ik dat het met die rustdag toch niks meer wou worden en besloot ik door te rijden naar St Genevieve om daar de volgende dag echt een rustdag te doen in een lokaal pension. De klim naar St Genevieve was nog een behoorlijk pittige en het was dan ook fijn om te horen dat de lokale gite (geen pension dus) die dag al gereserveerd was. Na enig aandringen mocht ik echter de tent in de tuin opzetten met het idee om de dag erop alsnog de gite te nemen. Dat kwam mooi uit - de volgende ochtend was de hut al om 10 uur onruimd en kon ik er verder de hele dag luieren. Ook al was het eerste Pinksterdag - de supermarkt was zondagochtend geopend en zo kon ik nog voldoende lekkere sapjes inslaan. `s Middags nog een wandeling gemaakt in de buurt en 's avonds heerlijk gegeten. Ik kreeg een pate de foie die werkelijk verukkuluk was!!! Ik droom er nu nog van....

Op tweede Pinksterdag daarentegen was werkelijk alles gesloten, zelfs de cafe/tabac winkeltjes; Gelukkig had ik op zondag een fles met 2 liter limonade in de vriezer van de gite gelegd zodat ik de hele dag ijskoude drankjes had na ieder klimmetje. Op de camping, net na de passage van het Seine dal, was gelukkig wel een klein kampwinkeltje waar ik nog een blik linzen met worstjes kon krijgen. Een eenvoudige doch voedzame maaltijd. Even later kwam ook Alfons zijn tentje opzetten. Hij is met prepensioen en rijdt de tocht in etappes.

Dinsdag bracht de route me naar Chartres. Eerst de tent opgezet bij de camping municipale en toen de stad ingewandeld om de kathedraal te bezoeken (zie ook Ancient Megastructures op Discovery Channel) en een stempel te scoren voor mijn pelgrimspaspoort. De camping in Chartres is een echte verzamelplaats voor Santiago gangers en zo stonden er wel 8 groepjes/individueen - ook Alfons maakte zijn opwachting weer en zo zie je steeds meer bekenden onderweg. Het diner van deze avond werd verzorgd door de lokale traiteur; mjammie mjammie dus :-)).

Woensdag was weer zo'n rit met redelijk wat hoogteverschil maar het laatste stukje was gelukkig vlak. ' s Middags uitstekend gelunched: escargots met paddestoelen als voorafje en een enorme eendebout als hoofdgerecht; ter compensatie at ik 's avonds alleen een omelet..... Later uitgekomen op een uitgestorven camping municipale in een stoffig gat Fretevalle - de eerste camping waar ik geen andere Santiago gangers tegenkwam. Ook geen beheerder dus ik dacht even dat ik een gratis overnachting had. Helaas - de volgende ochtend had ik de tent al ingepakt toen de schoonmaakjuffrouw me alsnog 2,85 euro lichter maakte. Het weer was inmiddels eindelijk omgeslagen en een flink wolkendek hing aan de hemel. Het was zowaar koud in het begin en dat na9 dagen warmte..... Het was wel een fraaie rit richting Tours alwaar ik in een voorstadje op de camping ben gaan staan om er vandaag een rustdagje te houden. Gisteravond is zowaar de eerste regenbui gevallen en het was gelijk een goede ook. Vandaag miezert het een beetje

Het eerste routeboekje is nu uitgereden en ik heb 889 km op de GPS staan met 3274 hoogtemeters. De volgende etappes zien er qua klimmetjes relaxed uit dus als het weer niet verder verslechterd wordt dat een mooi stukje!

Tot de volgende update - bedankt voor de reakties zover.

Dag 3

Zo, vandaag een echt korte etappe naar Tournai zodat de inspanningen van afgelopen dagen een beetje goed verteerd kunnen worden. Ook de andere Santiago gangers hebben voor vandaag hetzelfde reisdoel gekozen dus ik laat hen wat eerder vertrekken - ik heb nog geen zin om al met anderen te gaan fietsen - vrijheid, blijheid, en misschien veranderd dat nog wel maar nu even niet. Toch komen we elkaar in het volgende dorpje weer tegen en zo gebeurd dat meermaals vandaag.

De eerste (mini)heuvels doemen op dus dat is een mooie kans om wat aan de conditie te doen. Als een dolle zo hard mogelijk omhoog rijden en dan bovenop weer even op adem komen. Op de wat langere hellingen kies ik voor een flink tempo en zo wordt het nog een aardige intervql training. Op een korte etappe als vandaag is dat prima te doen. Het is nog steeds heel warm maar vandaag voel ik me prima. Vlak voor Tournai kom ik het echtpaar weer tegen en samen rijden we naar de camping. Het is pas half 3 dus mooi op tijd om de stad in te gaan en een internetcafeetje op te zoeken. Nu nog een paar boodschapjes doen en een restaurantje zoeken. Morgen de grens met Frankrijk over!

Dag 2

De volgende dag is de routine van het wassen, tent opbreken en ontbijten snel weer opgenomen. Om 9 uur vertrek ik van de camping voor de volgende etappe van zo'n 90 km richting Geraardsbergen. De eerste stop is in Lier waar ik bij de plaatselijke Jacobskapel de volgende stempel haal. Even later wil ik even lunchen op de Markt van Mechelen. Bij het eerste restaurantje waar ik aanschuif in mijn bezwete fietsoutfit beginnen de voorgerechten bij 15 euro en de hoofdgerechten bij 21 - niet echt iets wat ik zoek maar 100 meter verder vind ik een wat simpeler uitgevoerde tent en daar eet ik een flinke uitsmijter met Ardenner ham en eenberg salade. Slechts 6 euri en toch aan de Markt - zo moet dat.

Het is alweer een beetje warmer dan gisteren en met de wind in de rug is dat geen pretje..... Het zitje en de achtertas vangen alle wind en ik zit in de luwte te zweten... Het motto is veel drinken en heelrustigjesaan. Langs het fietspad langs de Dender is het mooi rijden. Dat weten meer Belgen en regelmatig word ik gepasseerd door wielrenners. Het lijkt wel of iedere gepensioneerde Belg een racefiets koopt en rondjes gaat rijden. Toch mooi hoeveel krasse knarren hier nog toertochten maken. Geen wonder dat Belgie zoveel wielertalent heeft opgeleverd.

Een paar kilometer voor de camping wordt de hitte me waarschijnlijk toch even te veel en met een paar ferme antiperistaltische bewegingen vinden de overblijfselen van de uitsmijter een directe uitweg richting berm. Het lucht echter wel lekker op en zo peddel ik de camping op. Hier tref ik een echtpaar uit Limburg die ook richting Santiago gaan en even later word ik uitgenodigd voor een glas wijn. Els, de buurvrouw van gisteren komt even later ook aangewandeld en zo babbelen wat voordat ik mijn potje ga koken. Spaghetti pesto en een tartaartje moeten de brandstof voor morgen leveren. Na het eten maak ik nog een wandelingetje rond het meer, dat ietsje groter is dan verwacht. In het donker kom ik een uur later weer terug en duik ik de slaapzak in.